Toezichthoudende domotica in de ouderenzorg

Is iedereen in beeld?

Brede betrokkenheid bij het inzetten van toezichthoudende domotica voor mensen met dementie

 

Mensen met dementie zijn door verminderd ziekte-inzicht en minder zelfregulerend vermogen veelal niet meer in staat om aan te geven wanneer zij hulp nodig hebben. Vanuit zorgen over veiligheid en de wens beter aan te sluiten bij zorgbehoeften van bewoners ontstaat bij zorgprofessionals en/of mantelzorgers de vraag naar het inzetten van toezichthoudende domotica, ook in het verpleeghuis. Het gebruik van toezichthoudende domotica in de zorg voor cliënten met dementie zal de aankomende jaren verder toenemen. De oorzaken hiervan zijn onder andere  de vergrijzing, de hogere complexiteit van zorg en de oplopende personeelstekorten. Het is daardoor niet de vraag of het inzetten van toezichthoudende domotica een wenselijke ontwikkeling is, maar hoe we deze ontwikkeling goed kunnen begeleiden.

 

Het inzetten van toezichthoudende domotica roept vragen en dilemma’s op rondom privacy, waardigheid, eigen regie en veiligheid. Deze vragen en dilemma’s komen vanuit verschillende belanghebbenden, ieder met een eigen perspectief op het (al dan niet) inzetten ervan. Hierbij zie ik dat het heel belangrijk is om alle belanghebbenden vanaf het begin te betrekken en hun waarden, belangen en verwachtingen te kennen en erkennen. Dat het betrekken van alle belanghebbenden niet eenvoudig is, merkt ook de praktijk. Dit komt ook naar voren uit mijn literatuuronderzoek.

 

Enkele punten die naar voren komen uit dit literatuuronderzoek:

–        Met toezichthoudende domotica kunnen we beter aansluiten bij de zorgvraag van de bewoner

–        Privacy en veiligheid zijn issues die door veel belanghebbenden genoemd worden, deze worden wel verschillend gewaardeerd door de diverse belanghebbenden

–        Bij het inzetten van toezichthoudende domotica in een complexe en dynamische setting zijn veel belanghebbenden betrokken. In deze literatuurstudie worden wel 15 groepen belanghebbenden genoemd

–        Tussen de verschillende  groepen belanghebbenden zoals bewoners, mantelzorgers, zorgprofessionals, ICT-medewerkers en leveranciers bestaan behoorlijke verschillen in de wijze waarop er vanuit waarden, belangen en verwachtingen tegen (ethische) vraagstukken rond toezichthoudende domotica wordt aangekeken.

–        Belanghebbenden vullen regelmatig voor elkaar in wat de ander denkt

–        Vanuit de grote diversiteit is het geregeld lastig om ‘dezelfde taal’ te spreken en elkaars waarden en belangen te (er)kennen

–        Veel belanghebbenden uiten de wens om (beter) betrokken te zijn bij het inzetten van toezichthoudende domotica en willen gehoord worden bij hun vragen en dilemma’s

–        Aandacht voor de brede betrokkenheid van belanghebbenden en het (er)kennen van hun waarden en belangen, al in een vroeg stadium, is belangrijk. Dit vraagt veel inspanningen maar het draagt bij aan succes

 

Tijdens de recente werkveldbijeenkomst bij Curio heb ik een workshop mogen geven over de meerwaarde van de brede betrokkenheid van stakeholders bij het inzetten van toezichthoudende domotica voor mensen met dementie in het verpleeghuis. Goed om te zien dat de voorlopige resultaten van mijn literatuurstudie herkend worden in de praktijk. Daarnaast zijn we aan de slag gegaan met casuïstieken uit de praktijk waarbij we naar de waarden, belangen en verwachtingen vanuit de verschillende belanghebbenden hebben gekeken. Aan casussen waarbij dilemma’s spelen is zeker geen gebrek!

Wat ik bijzonder vond om te ervaren was de herkenning van de verschillende perspectieven van belanghebbenden en zeker ook de bereidheid van de aanwezigen om vanuit de verschillende perspectieven naar waarden, belangen en verwachtingen te kijken. Een mooie start om met elkaar na te denken en te praten over de vragen en dilemma’s bij het inzetten van toezichthoudende domotica. Samen staan we voor grote uitdagingen, maar als we het samen doen, dan komen we verder!

 

Wil je meer weten over dit onderzoek, klik dan op deze link.

 

Door Daniëlle van Gaans, promovenda bij de Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, werkt als verpleegkundig specialist bij Groenhuysen.