In veel sectoren is er een personeelstekort, ook in de ouderenzorg. Een transitie is daarom noodzakelijk. Om te voorkomen dat mensen aan hun lot worden overgelaten, is het noodzakelijk dat de betrokkenen met elkaar in gesprek gaan. Dat gesprek moet gaan over wat noodzakelijk is, welke mogelijkheden er zijn en wie wat kan doen.
In het onderzoek van de Academische Werkplaats Ouderen komen we veel te weten door open vragen aan ouderen te stellen. We vragen dan niet: ‘Is het eten lekker?’ of ‘Zorgen ze/we goed voor u?’. Maar: ‘Hoe ziet een fijne dag er voor u uit?’, ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat u het leven kunt leiden dat bij u past?’ of ‘Hoe is het voor u om zorg van deze persoon of deze organisatie te ontvangen?’. Na de eerste reactie is het belangrijk om stil te blijven en rustig af te wachten of de oudere nog meer te vertellen heeft. Vervolgens is het de kunst om door te vragen zonder te sturen. Zorgprofessionals die op deze manier in gesprek gaan met ouderen worden geraakt door het persoonlijke verhaal en zijn verrast dat ouderen zoveel te vertellen hebben. In de blog ‘Het verhaal als kwaliteitsinstrument: zorgprofessionals in de rol van interviewer’ lees je hier meer over.
Naast dat ik hoogleraar ben, ben ik ook dochter. Mijn moeder is 83 jaar en woont zelfstandig in een eengezinswoning. Ondanks haar geheugenproblemen redt ze zichzelf redelijk. Ze krijgt wel persoonlijke begeleiding, huishoudelijke hulp en mantelzorg van mijn zus en mij. Mijn moeder was altijd heel onafhankelijk. De hulp die ze ontvangt vindt ze eigenlijk overbodig en ze verbaast zich erover dat mijn zus en ik dat wel nodig vinden. Ze vindt het opmerkelijk dat er, ondanks de tekorten in de zorg, mensen voor haar klaarstaan om een praatje te maken, te wandelen, samen boodschappen te doen, te koken en haar te begeleiden naar pedicure of tandarts. Tot mijn opluchting accepteert ze deze hulp wel.
Door mijn kennis over het ouder worden, weet ik dat ze in de toekomst meer hulp nodig zal hebben. Ik maak me zorgen over hoe de toekomst er voor haar uit gaat zien. Ik vraag me af hoe we het beste kunnen regelen dat zij, ondanks het ouder worden, toch een fijn leven heeft. Natuurlijk is de mening van mijn moeder hierin het uitgangspunt, dat is voor mij vanzelfsprekend. Tegelijkertijd is de toekomst en meer zorg nodig hebben, een gevoelig onderwerp. In het verleden heeft ze regelmatig benadrukt dat ze echt niet wil verhuizen. Een paar jaar geleden belde ze me op om te zeggen: ‘Als je me naar een verpleeghuis denkt te verhuizen, dan flikker ik je mijn huis uit’. Een gesprek aangaan over de toekomst of een andere woning durfde ik daarom eigenlijk niet. Maar wat dan? Afgelopen weekend was ik alleen bij mijn moeder. Ik heb haar toen gevraagd hoe zij de toekomst voor zich ziet. Toen we het er eenmaal over eens waren dat ze hulp nodig heeft en in de toekomst waarschijnlijk meer hulp, bleek dat ze aan het nadenken is over een appartement. Dat is voor mij een geruststelling. Hoewel ik zenuwachtig was om dit gesprek met haar aan te gaan, ben ik blij dat ik het lef heb gehad om het wel te doen. We hebben nog geen besluit genomen en nog geen actie ingezet, maar de start is gemaakt.
Mijn moeder heeft deze column gelezen en toestemming gegeven voor publicatie.