Lisette de Graaf is science practitioner bij de Academische Werkplaats Ouderen en werkt daarnaast als GZ-psycholoog bij Mijzo. Zij doet onderzoek naar roken en alcohol drinken door verpleeghuisbewoners.
Verpleeghuizen bieden zoveel mogelijk mensgerichte zorg om de kwaliteit van leven van bewoners te vergroten. Mensgerichte zorg gaat uit van de wensen en behoeften van de bewoner en stemt de zorg daarop af. Een manier om mensgerichte zorg te bieden, is door de bewoner te betrekken bij het nemen van alledaagse beslissingen. Soms leidt dit tot dilemma’s en conflicten, zoals bij roken en alcohol drinken. De nadelige gezondheidsgevolgen kunnen in dit geval leiden tot een verschil tussen de wensen en de behoeften van de bewoner en de belangen van de omgeving. In deze studie is onderzocht hoe verschillende mensen betrokken zijn bij het roken en alcohol drinken door een verpleeghuisbewoner. Hierbij is ook gekeken hoe de kennis, attituden en het persoonlijke gebruik van de betrokkenen hierin een rol spelen.
Er zijn vier bewoners geïnterviewd: twee bewoners drinken alcohol, één bewoner rookt en één bewoner rookt en drinkt alcohol. Naast deze bewoners zijn mensen uit hun omgeving geïnterviewd die betrokken zijn bij hun gebruik: naasten, zorgmedewerkers, artsen, teammanagers en betrokken behandelaren. De interviews hebben we gebundeld in vier casusbeschrijvingen.
De belangrijkste resultaten vatten we kort samen in deze blog. In deze casussen zijn meerdere mensen betrokken bij het roken en alcohol drinken van de verpleeghuisbewoners. De betrokkenen hebben verschillende rollen; uiteenlopend van familie die alcohol, sigaretten of sigaren koopt en een teammanager die zorgteams ondersteunt wanneer er problemen zijn rondom het roken en alcohol drinken door de bewoners. Deze betrokkenheid lijkt logisch, omdat verpleeghuisbewoners over het algemeen afhankelijk zijn van hun omgeving om in hun behoeften te voorzien. Echter, ondanks dat er meerdere mensen betrokken zijn, wordt er tussen deze betrokkenen onderling en met de bewoner beperkt gesproken over roken en alcohol. Bovendien zijn niet alle betrokkenen op de hoogte van het roken en alcoholgebruik door de bewoner. De betrokkenen lijken te handelen vanuit hun eigen perspectief, gebaseerd op hun expertise, kennis en attituden tegenover roken en alcohol. We vonden geen resultaten over de rol van hun persoonlijke gebruik. Wel vonden we dat twee casussen vooral het alcoholgebruik van de bewoner benadrukken en twee casussen het roken door de bewoner. In deze casussen lijkt het roken en alcohol drinken geen gespreksonderwerp als er geen probleem of overlast ervaren wordt door de sociale omgeving van de bewoner.
Deze studie laat zien dat mensgerichte zorg complex kan zijn bij roken en alcohol drinken vanwege de verschillende betrokkenen met verschillende perspectieven. De nadelige gezondheidsgevolgen van beide middelen en de mogelijke overlast die het kan geven voor de omgeving, maakt het in een verpleeghuis lastiger om de bewoner te voorzien in hun behoeften ten aanzien van roken en alcohol drinken. Er ontstaat een risico dat mensgerichte zorg afneemt wanneer de betrokkenen handelen vanuit hun eigen perspectief zonder de bewoner zelf te betrekken in beslissingen over roken en alcohol drinken. Deze studie geeft eerste inzichten over de complexiteit van roken en alcohol drinken in het verpleeghuis. Vervolgonderzoek is dan ook belangrijk om meer kennis te ontwikkelen en te kunnen omzetten naar de praktijk.
Ben je benieuwd naar het volledige Engelstalige artikel, klik dan hier.
Wil je meer weten over dit onderzoek, kijk dan eens op de onderzoekspagina van Lisette.